Vermogensheffing te complex, alternatieven al eerder verworpen

De Raad van State (RvS) heeft scherpe kritiek op het wetsvoorstel voor een nieuwe belasting in box 3. De voorgestelde heffing op werkelijke rendementen zou te complex zijn en onvoldoende aansluiten bij andere vermogensheffingen. Hoewel de RvS alternatieven aandraagt, zijn die eerder besproken en verworpen. Dit plaatst het kabinet in een moeilijke positie, want de voorgestelde wijzigingen zouden vanaf 2027 moeten gelden.

Wat is het probleem met het huidige voorstel?

Het kabinet wil met een nieuwe box 3-heffing overstappen op een systeem van vermogensaanwasbelasting. Daarbij worden zowel directe inkomsten, zoals rente en dividend, als waardestijgingen van bijvoorbeeld aandelen belast. De heffing op waardestijgingen zou plaatsvinden bij realisatie, zoals bij verkoop van vastgoed of aandelen in startups, dat schrijft het FD.

Volgens de RvS is deze aanpak niet gebruiksvriendelijk. Voor 1,6 miljoen belastingplichtigen, met name zij die ook een effectenportefeuille bezitten, vraagt dit een uitgebreide administratie. Dit kan het doenvermogen van belastingplichtigen overvragen en stuiten op onbegrip, stelt het advies.

Alternatieven en de bezwaren

De RvS noemt twee mogelijke alternatieven:

  • Vermogenswinstbelasting: Dit systeem belast alleen gerealiseerde winsten, zoals bij verkoop. Nadeel is dat het beleggers kan aanzetten om hun winstuitkering uit te stellen, wat belastinginkomsten vertraagt. Bovendien vereist het een uitgebreide administratie over meerdere jaren.
  • Forfaitaire rendementen met tegenbewijsregeling: Hierbij worden belastingen berekend op basis van veronderstelde rendementen, maar kunnen belastingplichtigen aantonen dat hun werkelijke opbrengst lager ligt. Dit is vergelijkbaar met de huidige tijdelijke oplossing, die echter leidt tot inkomstenverlies van €2 miljard per jaar. Het systeem maakt ‘cherry picking’ mogelijk, waarbij alleen lage werkelijke rendementen worden aangegeven, terwijl hogere rendementen ongemoeid blijven.

Beide alternatieven zijn eerder besproken en om verschillende redenen afgewezen.

Budgettair neutraal en consistentie met andere heffingen

De RvS wijst erop dat het huidige voorstel ook budgettair problematisch is. Het kabinet wil dat de nieuwe box 3-heffing €4 miljard per jaar oplevert, maar de voorgestelde aanpak maakt dit onwaarschijnlijk. De RvS adviseert daarom om niet alleen naar box 3 te kijken, maar ook naar de belastingdruk in box 1 en box 2. Een zwaardere belasting op vermogen in deze categorieën zou meer financiële ruimte creëren voor een oplossing in box 3.

Bovendien wijst de RvS op het risico dat belastingplichtigen het nieuwe systeem als willekeurig ervaren. Een consistent beleid over alle vormen van vermogensheffing is noodzakelijk om onduidelijkheid en juridische procedures te voorkomen.

Kritiek en uitdagingen

Het voorstel van voormalig staatssecretaris Marnix van Rij is een poging om de onrechtmatigheid van het huidige box 3-stelsel te herstellen, zoals de Hoge Raad heeft bepaald. Maar de complexiteit en potentiële oneerlijkheid van de voorgestelde vermogensaanwasbelasting zorgen voor juridische en uitvoeringsproblemen. De vraag blijft of het kabinet bereid is om terug te keren naar eerder verworpen alternatieven of dat het kiest voor een fundamentele herziening van het belastingstelsel. Wat duidelijk is: het huiswerk voor box 3 moet opnieuw worden gemaakt, aldus het FD.

De Fiscale Wijzigingen 2025

Alle wijzigingen van 2025 in een handig overzicht.

The post Vermogensheffing te complex, alternatieven al eerder verworpen appeared first on Nextens.