Fiscale eindejaartips voor particulieren

Vandaag delen we de fiscale eindejaarstips voor particulieren met je. Deze fiscale eindejaarstips heeft onze fiscaal econoom Raymond Barkman voor je opgesplitst in twee categorieën:

Giftenaftrek en schenkingen

Beleggen en Box 3 vermogen

Fiscale eindejaarstips giftenaftrek en schenkingen

Benut de gewone giftenaftrek
Voor een schenking aan een goed doel bestaat onder voorwaarden een giftenaftrek. De gift moet uit vrijgevigheid hebben plaatsgevonden en er moet sprake zijn van een vermogensverarming.

Voor de aftrek van ‘gewone’ giften aan anbi’s (algemeen nut beogende instellingen) of aan een sbbi (sociaal belang behartigende instelling, zoals een sportvereniging, dorpshuis of muziekvereniging) moet je rekening houden met een drempel en een plafond die afhankelijk zijn van je inkomen. Het percentage waartegen je in 2023 een gift in aftrek kunt brengen, is 36,93 procent (laagste tarief in de inkomstenbelasting).

Benut de giftenaftrek voor periodieke giften
Periodieke giften hebben als voordeel dat je ze in aftrek mag brengen in je aangifte inkomstenbelasting zonder rekening te hoeven houden met een drempelbedrag zoals bij de gewone gift. Voor de aftrek van een periodieke gift is vereist dat die gift schriftelijk moet zijn vastgelegd voor een periode van minimaal vijf jaar. Onder voorwaarden is een onderhandse overeenkomst daarvoor voldoende. Het gaat dan om giften aan een algemeen nut beogende instelling (anbi) of een sociaal belang behartigende instelling (sbbi).

Vanaf 1 januari 2023 zijn periodieke giften nog maar aftrekbaar tot € 250.000 per jaar per huishouden. Ook periodieke giften zijn aftrekbaar tegen het tarief van 36,93 procent (laagste tarief in de inkomstenbelasting).

Benut (verhoogde) vrijstellingen voor schenkingen
Voor een schenking aan een kind of een derde, geldt afhankelijk van de situatie, een bepaald vrijstellingsbedrag. Een gewone schenking aan een eigen kind (waaronder stiefkind, pleeg¬kind) of aan de partner van het kind is in 2023 tot € 6.035 vrijgesteld. Dit is het standaardvrijstellingsbedrag dat jaarlijks wordt geïndexeerd.

Er bestaan echter ook verhoogde, eenmalige vrijstellingen die, als ze van toepassing zijn, in de plaats komen van de jaarlijkse vrijstelling. Voor een schenking aan een eigen kind (of aan hun partner) in de leeftijd tussen 18 en 40 jaar bestaat een eenmalige vrijstelling van € 28.947. Hetzelfde vrijstellingsbedrag van € 28.947 geldt voor het jaar 2023 ook voor een schenking in verband met de eigen woning van het kind. Voor schenkingen voor een dure studie van het kind geldt onder voorwaarden een eenmalige vrijstelling van € 60.298. Giften aan kleinkinderen en derden zijn in 2023 vrijgesteld tot een bedrag van € 2.418.

Benut verhoogde vrijstelling voor schenking eigen woning vóór 1 januari 2024
De vrijstelling voor de schenking ten behoeve van de eigen woning is per 1 januari 2023 verlaagd van € 106.671 tot € 28.947. Per 1 januari 2024 wordt de schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning helemaal afgeschaft. Je kunt nog gebruik maken van de vrijstelling van € 28.947 voor een schenking in 2023 voor de eigen woning van je kind.

Zakelijke rente bij notariële schuldigerkenning
Wanneer je een notariële ‘papieren schenking’ doet, zonder daadwerkelijk vermogen over te dragen aan je kinderen, let er dan op dat je jaarlijks een zakelijke rente (6%) moet betalen over de schuldig gebleven bedragen. Als je die 6% rente een jaar niet betaalt, dan wordt je renteschuld bij je latere overlijden tot de nalatenschap gerekend waarover je kind erfbelasting is verschuldigd.

Direct opeisbare renteloze of laagrentende lening
Als je je kind een direct opeisbare renteloze of laagrentende lening verstrekt, moet je kind over het verschil tussen 6% rente en de werkelijk bedongen rente jaarlijks schenkbelasting betalen. Je kunt dit voor de toekomst repareren door de voorwaarden van de lening te wijzigen, zodat deze niet langer direct opeisbaar is én een zakelijke rente draagt.

Fiscale eindejaarstips m.b.t. beleggen en box 3-vermogen

Optimaliseer de samenstelling van je box 3-vermogen
Deze tip hangt samen met de verschillende forfaitaire rendementspercentages van box 3-vermogensbestanddelen. Overweeg je om voor langere tijd minder vermogen aan sterke waardeveranderingen onderhevig te laten zijn (aandelen), verkoop dan deze vermogensbestanddelen en zet de verkoopopbrengst bijvoorbeeld op een spaardeposito vóór 1 januari 2024. Let wel: het moet wel om een vermogenswijziging voor langere tijd zijn (minimaal 3 maanden met daarin de peildatum) anders treedt de maatregel van de peildatumarbitrage in werking waardoor de vermogenswijziging wordt genegeerd. Zie hierna.

Pas op voor maatregel tegen peildatumarbitrage
Van peildatumarbitrage is sprake als je rondom de peildatum van 1 januari vermogensbestanddelen binnen de drie vermogenscategorieën van box 3 heen- en weer verschuift om zo box 3-heffing te besparen. Dit kan bijvoorbeeld door vermogen uit de categorie ‘overige bezittingen’ met het hoogste forfaitaire rendementspercentage net voor de peildatum te verkopen en zo naar de categorie banktegoeden met het laagste forfaitaire rendementspercentage over te hevelen en kort na de peildatum dit weer terug te draaien.

Hetzelfde gaat op als je schulden aangaat kort vóór de peildatum en die na peildatum weer aflost. Om peildatumarbitrage te voorkomen worden de heen- en weer-omzettingshandelingen genegeerd als beide handelingen plaatsvinden binnen een aaneengesloten periode van drie maanden met daarin een peildatum. Dit houdt in dat omzettingshandelingen voor 1 oktober en na 31 maart niet als arbitragehandeling worden aangemerkt. Zitten er tussen de beide omzettingshandelingen meer dan drie maanden, dan is geen sprake van peildatumarbitrage.

Bespaar box 3-heffing door schenkingen vóór 1 januari 2024
Een schenking – aan een goed doel, je kind(eren) of iemand anders – verlaagt je box 3-vermogen. Dit kan je box 3-heffing besparen. Als de begiftigde zelf al box 3-heffing verschuldigd is, geldt het argument van belastingbesparing in box 3 niet meer. Schenking is nog wel zinvol als de begiftigde nog voor 1 januari 2024 de schenking aanwendt voor bijvoorbeeld consumptief gebruik of aflossing van de eigenwoningschuld.

Benut de aftrek van belastingschulden in box 3
Voor deze tip moet je al wat eerder actie hebben ondernomen. Als je namelijk vóór 1 november 2023 een voorlopige aanslag hebt aangevraagd of vóór 1 oktober 2023 een definitieve aangifte hebt ingediend en de Belastingdienst heeft geen voorlopige aanslag opgelegd vóór 31 december 2023, dan mag je een bedrag ter grootte van de na 31 december 2023 opgelegde en betaalde belastingaanslag opnemen als schuld in box 3.

Het rendement van deze schuld kun je in aftrek brengen op het rendement van de overige belaste bezittingen in box 3 met peildatum 1 januari 2024. Voor de schenkbelasting geldt een soortgelijke tegemoetkoming indien de aangifte schenkbelasting uiterlijk acht weken vóór 31 december 2023 is ingediend, maar de Belastingdienst niet voor jaareinde de (voorlopige) aanslag schenkbelasting heeft opgelegd.

Benut ook in 2024 de vrijstelling voor groene beleggingen en andere box 3-vrijstellingen
In 2023 kun je in box 3 voor een bedrag van maximaal € 65 072 belastingvrij in zgn. groene beleggingen ïnvesteren. Voor fiscale partners geldt een (gezamenlijke) maximumvrijstelling van € 130.144. Fiscale partners kunnen kiezen hoe zij de totale grondslag waarover het voordeel uit sparen en beleggen wordt berekend, willen verdelen. Daarnaast geldt onder voorwaarden een vrijstelling in box 3 voor voorwerpen van kunst en wetenschap, bossen, natuurterreinen en Natuurschoonwet-landgoederen.

Waardeer uw vorderingen kritisch op peildatum 1 januari 2024
Je moet je vermogensbestanddelen in box 3 in beginsel waarderen tegen de waarde in het economisch verkeer (wev) op de peildatum 1 januari. Dit geldt ook voor vorderingen die je in privé hebt uitstaan. Als je verwacht dat de vordering niet meer (volledig) terugbetaald zal worden, dan heeft dit effect op de hoogte wev-waarde van de vordering en is het mogelijk om de (nominale) waarde van de vordering in box 3 te verminderen.

Betaal eind 2023 hypotheekrente van 2024 vooruit
Het kan aantrekkelijk zijn om hypotheekrente van het eerste halfjaar van 2024 vooruit te betalen in 2023. Dit verlaagt je box 3-heffingsgrondslag. Het is ook voordelig om de rente vooruit te betalen als je in 2024 een lager inkomen of belastingheffing tegen een lager progressief tarief verwacht.

Stel de verhuur van je eigen woning uit tot na 1 januari 2024
De door jezelf bewoonde eigen woning valt in box 1. Wil je je eigen woning voor langere tijd verhuren, dan wordt je woning in beginsel beleggingsvermogen en gaat de woning over naar box 3. Als je de woning pas vanaf 2 januari 2024 verhuurt, dan zal de woning in 2024 niet in de box 3-heffing worden meegenomen.

Denk om bijzondere regels voor tijdelijke verhuur van eigen woning
Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning blijft de woning in box 1. Voor dat geval moet je 70% van de inkomsten uit tijdelijke verhuur van je eigen woning opgeven als inkomen in box 1. De inkomsten mag je nog verminderen met kosten die direct met de verhuur samenhangen. Tijdelijke verhuur heeft geen gevolgen voor je hypotheekrenteaftrek, tenzij het gaat om een leegstaande eigen woning die te koop staat.

Meer fiscale tips lezen?

Dat kan. We publiceeerden in de afgelopen dagen namelijk al fiscale eindejaarstips specifiek voor bedrijven en voor de dga/ondernemer.

The post Fiscale eindejaartips voor particulieren appeared first on Nextens.